fbpx

PHILIPPE GELUCK, DE MAN MET DE KATTENKOP

7 mei 1954 – De Belgische pers kondigt de geboorte aan van Philippe Geluck in Brussel: een foto van de baby verschijnt in de kranten. De publieke man begint zijn carrière dus in de armen van zijn moeder, de eerste Belg die haar zoon heeft gebaard met de zogenaamde pijnloze bevallingsmethode. Philippe heeft er altijd een hekel aan gehad om vrouwen te laten lijden.

Samen met zijn broer Jean-Christophe groeide hij op in een gezin dat van kunst hield: zijn vader was tekenaar en zijn moeder had een prachtige sopraanstem.

1971: Met zijn broer, die graficus was geworden, krabbelde hij in de toiletten van de Belliardstraat 183 een soort muurkrant. Op een dag ging een glazenwasser plassen. Hij kwam lachend naar buiten en beloofde het zijn vriend Bob De Groot, redacteur van het humorblad L’œuf, te vertellen. De Groot publiceerde de eerste cartoons van de jonge Geluck in november.

In 1972 nam Philippe Geluck deel aan een thematische tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel: La Vénus de Milo ou les dangers de la célébrité. Zijn werken werden tentoongesteld naast die van Man Ray, Ronald Searle en Dali. Dit was ook het jaar waarin Philippe Geluck werd toegelaten tot het INSAS (Institut National Supérieur des Arts du Spectacle).

Gevoelig voor de angstige en wrede sfeer van zijn aquarellen, nodigen Yannick en Margot Bruynhoge, van de Galerie Maya, hem uit om deel te nemen aan verschillende groepstentoonstellingen (Encrayonnement 2 en 3), en plannen vervolgens een solotentoonstelling in juni 1974.

Toen ze het INSAS verliet, vroeg een vriend haar de hoofdrol te spelen in een auditie in het National Theatre. Na de scène bood Jacques Huisman Geluck een engagement aan voor het volgende seizoen. Hij speelde honderd keer de overweldigende rol van Werther (Edgar Wibeau) in Werther 75 van Ulrich Plenzdorf.

1976 – Samen met Christian Baggen, Alain Lahaye, Margarete Jennes en Stéphane Verrue richt hij het Théâtre Hypocrite op. Groot succes in Brussel, Luik, Spa, Lausanne en Parijs). Nog geen twee jaar en drie voorstellingen later (Le Lorgnon fédéral, Les Gros Chiens van Chaval en L’Homosexuel ou la Difficulté de s’exprimer van Copi) ging de groep uit elkaar.

Op de set van een korte film getiteld Le Coq mouillé ontmoet hij de vrouw van zijn leven, Dany, die een scriptmeisje is. Het was liefde op het eerste gezicht en binnen 48 uur gingen ze samenwonen.

In 1977 speelde hij Mackie in Brechts Quat’Sous Opera in het Théâtre National in een regie van Henri Ronse. In oktober van dat jaar maakte hij zijn debuut op de Belgische televisie (RTBF) in 1,2,3, J’ai vu.

In 1978 werd Philippe Geluck door producent Pauline Hubert gevraagd om elke woensdag Electronix te presenteren. Het jaar daarop werd dit programma Lollipop. Het concept was veranderd. De toon was meer offbeat, meer absurd, meer humoristisch. Aan het einde van het seizoen werd de Magic Land Theatre groep uitgenodigd op de set om hun show te presenteren. Het was de Geluck-Chaboud of Geluck-Malvira ontmoeting. Vanaf het begin van het schooljaar werd Lollipop een dagelijkse show en begon het duo (met Joël Smets en Robert Lemaire) op te vallen op televisie. Lollipop was het eerste kinderprogramma dat door het hele gezin werd bekeken. Het programma was vijf jaar lang een triomf en werd een cultus. Geluck besluit Lollipop op het hoogtepunt van het succes te verlaten “om niet de Dorothée van het jaar 2000 te worden”.

1979 – Persoonlijke tentoonstelling van tekeningen en aquarellen in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Philippe Geluck wijdt zich nu aan tekenen en acteren.

In 1980 trouwt Geluck met Dany. Het was op hun huwelijksbedankkaartje dat voor het eerst een Kat en Mevrouw verschenen. Hun uitdrukkelijke positie schokte de oude tantes.

Begin jaren tachtig wijdde Geluck zich aan zowel tekenen als acteren. Op het toneel verscheen hij in Romeo en Julia, Marlowe’s Faust, Hugo Claus’ Leopold II, Ghelderode’s School of Jesters, en enkele TV-films (Jackson ou le Mnémocide, Le Scoop, enz.). In het Théâtre de Poche speelde hij Bent voor Derek Goldby, een verschrikkelijk toneelstuk over de deportatie van homoseksuelen in nazi-Duitsland. Voor het volgende seizoen gaf Roger Domani, directeur van de Poche, hem de opdracht de affiche te maken voor Un certain Plume van Michaux, alvorens hem de rol aan te bieden, geregisseerd door Andrej Burzinsky. Het werd een triomf en werd meermaals opgevoerd in België en in het buitenland. Geluck besloot echter na dit succes te stoppen om zich te wijden aan het tekenen en aan zijn gezinsleven.

Antoine werd geboren in januari 1983: een gewikkeld katje voegde zich bij het kattenpaar op het aankondigingskaartje.

Le Chat is geboren op dinsdag 22 maart 1983. Op verzoek van journalist Luc Honorez verscheen de kat voor het eerst op de pagina’s van de krant Le Soir. Hij werd al snel de mascotte van de krant.

Voor het seizoen ’84/’85 werd bij de RTBF een nieuw programma opgezet (in 1986 gecoproduceerd door FR3 en TSR): L’Esprit de famille. L’Esprit de famille, een belangrijk prime-time programma op zondagavond, brak alle kijkcijferrecords. Philippe besloot te stoppen na het derde seizoen.

In 1985 filmde Philippe Geluck voor André Delvaux in Benvenuta een scène die niet in de roman van Suzanne Lilar voorkwam: Fanny Ardant denkt aan haar vader (Philippe Geluck) die tegenover haar zit, zoals hij in haar herinnering was.

Datzelfde jaar verscheen in mei een klein meisje, Lila, in het gezin Geluck.

De hoofdredacteur van het striptijdschrift (À SUIVRE), Jean-Paul Mougin, geeft hem vijf pagina’s van Le Chat in opdracht. Als Geluck hem zijn tekeningen brengt, zegt Mougin dat hij ze erg goed vindt, maar dat ze ingekleurd moeten worden. Geluck vraagt Françoise Procureur om Le Chat in te kleuren. Publicatie naast Schuiten, Pratt, Manara… Emotie…

Geluck stelt Casterman voor om zijn beste tekeningen in een album uit te geven. De uitgever betwijfelde of een verzameling cartoons succes zou hebben in de boekhandel.

Een jaar later doet Geluck het weer. Casterman heeft zijn besluit heroverwogen.

In oktober 1986 verscheen het eerste album van Le Chat bij Casterman. Het was onmiddellijk een succes in België (drie opeenvolgende stock-outs), vertrouwelijker in Frankrijk.

In 1987 voegde Geluck zich bij Mercier, Moulin, Jespers en Hautier op de radio in La Semaine infernale, gevolgd door Le Jeu des dictionnaires, waarmee hij tot februari 2009 bezig was. Hij doorbrak alle taboes die nog bestonden op de Franstalige Belgische radio. Hij creëerde Doctor G en schreef honderden teksten (waarvan sommige werden opgenomen in zijn Universele Encyclopedieën). Le Jeu des dictionnaires werd een televisieprogramma en werd uitgezonden op TV5. Een nieuw project met hetzelfde team werd gelanceerd op televisie: L’Empire des médias.

vos questions, vergezeld van een compilatie van opgenomen teksten.

Op televisie scoort Geluck punten. Het programma Un peu de tout, een delirium van waanzinnige onzin, verslaat in 1991 publieksrecords en wint de prijs voor het grappigste programma op La Rose d’Or in Montreux.

In 1992 nodigt Isabelle Motrot dokter G uit om mee te doen aan haar programma Audimatraquages, de hele zomer lang op France Inter.

1995 – Le Chat wordt uitgenodigd om dagelijks op de achterpagina van Info Matin te verschijnen. Laurent Ruquier wordt columnist op dezelfde pagina als Le Chat, wat hem amuseert. Toen de krant stierf, nodigde hij Geluck uit voor zijn P’tits Déj en Déjeuners op France Inter. Al snel werd Philippe uitgenodigd om zich bij de vaste klanten te voegen, terwijl hij doorging met RTBF en Le Chat. Daarna nam hij deel aan Changements de direction en Dans tous les sens, nog steeds op France Inter en met Laurent Ruquier. In het seizoen ’96-’97 nam Geluck een pauze van de show en spreidde zijn optredens in Parijs.

1997 – Publicatie van het 7e deel van zijn katachtige uiteenzettingen: Le Chat à Malibu. Laurent Ruquier nodigt hem uit in zijn show voor de release van het album: dezelfde dag zijn de Franse FNAC’s uitverkocht.

1998 – Serge Dehaes stelt Geluck voor samen te werken aan een serie voor kinderen waarvan de held de zoon van de Kat zou zijn, die al verschillende keren in de tekeningen van de vader voorkwam. De twee mannen produceren een album met vier handen: Le Portrait de papa, het eerste deel van de reeks. De Zoon van de Kat wordt gevolgd door acht andere titels.

Seizoen 1998-1999 – Na 12 jaar trouwe dienst kondigt Geluck aan zijn vriend Jacques Mercier aan dat hij besloten heeft zijn deelname aan La Semaine infernale en Le Jeu des dictionnaires stop te zetten. Hij zal slechts één keer per week blijven verschijnen in de show van Laurent Ruquier. Hij wil zich wijden aan tekenen, de Chat en France promoten en genieten van een rustig leven. En ook om na te denken over een terugkeer naar het podium in een “one-man show”.

Juni 1999 – Laurent Ruquier verlaat France Inter. Juli 1999 – Rustige vakantie in Toscane. De telefoon gaat. Het was France Inter die hem aanbood door te gaan zonder Ruquier. Beleefde weigering. De volgende dag belt Ruquier: hij nodigt hem uit om mee te gaan naar Europa 1 in On va s’gêner. Geluck accepteert enthousiast. De volgende dag, op hetzelfde tijdstip, belt Michel Drucker: “Ik heb een project voor zondagavond met Miller en Masure”. Geluck zegt weer ja.

Tussen 1999 en 2006 heeft Philippe Geluck het tempo niet echt weten te vertragen: elke week leverde hij tekeningen voor de kranten Le Soir, VSD, Ouest-France Dimanche en L’Illustré; hij nam Vivement Dimanche Prochain (met Michel Drucker) en On va s’gêner op Europe 1 op voor France 2, en vervolgens (vanaf 2000) On a tout essayé (met Laurent Ruquier). Tegelijkertijd ontwerpt hij reclamecampagnes voor MMA, blijft hij albums en zeefdrukken uitgeven. Hij wordt ook directeur van de collectie C’est pour offrir bij Casterman.

Op 23 maart 2003 verscheen een speciaal nummer van de krant Le Soir ter gelegenheid van de 20e verjaardag van Le Chat, zonder één enkele foto. De uitgave is geheel getekend door Geluck en de advertenties door zijn bevriende striptekenaars (Siné, Schuiten, Moebius, Goffin, Loustal, Dehaes…). Voor deze editie tekende Geluck 80 nieuwe plaatjes.

Oktober 2003 – Twee jaar voorbereiding waren nodig om het project van een reizende tentoonstelling ter gelegenheid van de 20e verjaardag van het personage uit te voeren. Op 27 oktober opent Le Chat s’expose zijn deuren in de École nationale des beaux-arts in Parijs. Voor het eerst in haar geschiedenis opende deze eerbiedwaardige instelling haar deuren voor strips. Geluck verwondde zichzelf en verwelkomde bezoekers met een ingezwachtelde hand. Bij de opening benoemde Jean-Jacques Aillagon, minister van Cultuur, hem tot Chevalier des Arts et des Lettres. Meer dan 100.000 mensen bezoeken de tentoonstelling tot 9 januari 2004. Le Chat s’expose verhuisde vervolgens naar Brussel, naar Autoworld, waar het tussen 6 februari en 30 mei 140.000 bezoekers verwelkomde. Tegelijkertijd verscheen het twaalfde album van Le Chat: Et vous, Chat va ? en een zeer mooie en uitgebreide Catalogus van de tentoonstelling.

Eind juni 2004 vestigde Le Chat zich in Bordeaux, later in Rennes en in La Charité-sur-Loire. Ook hier is succes aan de orde van de dag.

In oktober 2004 verscheen de DVD Une Vie de Chat met een portret van de kunstenaar door Philippe Alfonsi, zijn carrière, zijn beste schetsen uit Un peu de tout, een bezoek aan de tentoonstelling met commentaar van de kunstenaar en als bonus meer dan een uur tekeningen, making of, schetsen, videomuur…

2005, Le Chat a frappé encore, het 13e album van Le Chat komt uit. In 2007 publiceert Philippe Geluck La marque du Chat, met op de omslag een verwijzing naar Yellow Mark van Edgar P. Jacobs.

In maart 2008 werd Le Chat 25 jaar. Dat jaar verscheen het 15e deel van Le Chat, Une vie de Chat, (gevolgd door een speciale jubileumuitgave ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van Le Chat). De Paris Book Fair nodigt de auteur uit om de 300m2 van de Univers d’un créateur te bezetten, waar Geluck een nieuwe tentoonstelling inricht van 60 onuitgegeven acrylschilderijen.

Tegelijkertijd wijdde het tijdschrift Télérama een speciale uitgave van 100 bladzijden aan hem.

In 2008 verschenen ook La Mathématique du Chat van Daniel Justens en Le Chat sonne toujours deux fois (gekoppeld aan een luxe-editie), een mini-album over postzegels en correspondentie.

In juli 2008 werd de cartoonist Siné op beschamende wijze ontslagen bij Charlie Hebdo door Philippe Val. In augustus besloten hij en zijn vrouw Catherine hun eigen krant te lanceren: Siné Hebdo. De familie Siné vroeg Philippe om zich bij hen te voegen, wat hij accepteerde. In 2008 en 2009 publiceerde Geluck bijzonder bijtende tekeningen onder de titel Geluck se lâche. Eind 2009 publiceerde Philippe Geluck onder dezelfde titel een verzameling ongecensureerde teksten en illustraties, Geluck se lâche – Textes et dessins impolis (Geluck laat los – onbeschofte teksten en tekeningen). Op 1 mei 2010 verscheen het 86e en laatste nummer van Siné Hebdo.

Op 11 oktober 2008 werd een standbeeld van Le Chat ingehuldigd in Hotton, op wat nu Place du Chat is. Het standbeeld-fontein toont Le Chat met een open paraplu waaronder het regent. Bij die gelegenheid werd Philippe Geluck tot ereburger van de stad Hotton benoemd en een zaal in het cultureel centrum van de stad, waar een tentoonstelling van de schilderijen van de kat werd gehouden, draagt nu zijn naam.

In 2009 werd een school in Herseaux, in het zuiden van België, omgedoopt tot Philippe Geluck Basisschool. Er werden nieuwe gebouwen gebouwd en een voor de gelegenheid ontworpen en door de kunstenaar gesigneerd fresco van 12 bij 6 meter sierde de speelplaats.

2009 was een zeer actief jaar op vele vlakken: naast zijn carrière als striptekenaar werd Philippe Geluck scenarist en auteur van dialogen voor het album dat hij samen met Christophe de Viguerie, alias Devig, uit Toulouse publiceerde, Alerte sur Fangataufa. Op televisie voegt Geluck zich bij zijn vriend Jacques Mercier voor een kort dagelijks programma, Monsieur Dictionnaire. De kunstenaar houdt niet op met werken: in Parijs stelt hij tentoon in de galerie Pascal Lansberg, in Barcelona in de galerie Cortina. In de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel is zijn werk te zien in de grote overzichtstentoonstelling Regards croisés sur la BD belge. Op 16 november 2009 verleende Zijne Majesteit Koning Albert II aan Philippe Geluck de titel van Commandeur in de Kroonorde “voor het brengen van vreugde en goed humeur…”. Wat een kerel is Albert II!

2010 was ook geen rustig jaar voor Philippe Geluck. Drie belangrijke gebeurtenissen markeren dit jaar. Allereerst is er het titanische project van de geanimeerde Kat in voorbereiding. De eigenlijke productiefase van wat later La Minute du Chat zal worden, begon begin september.

Een ander groot project is de productie van een voorstelling die de terugkeer van Philippe Geluck op het toneel markeert, bijna 15 jaar na zijn interpretatie van een zekere Plume van Michaux (zie hierboven). Dit nieuwe project is het resultaat van een waanzinnige uitdaging die Philippe Geluck en Patrick Chaboud zijn aangegaan om het Toverlandtheater te helpen. De show, geregisseerd en geproduceerd door de twee compagnons (hun vriendschap gaat terug tot Lollipop, in 1981), getiteld Je vais le dire à ma mère (Ik ga het mijn moeder vertellen) heeft de uitstraling van een one-man-show. Maar dat niet alleen! Philippe’s dochter Lila vergezelt hem inderdaad op het podium.

Na een reeks van 15 uitverkochte voorstellingen eind 2010 presenteerde Philippe Geluck in januari 2011 ook Je vais le dire à ma mère in Angoulême (in het kader van het Internationale Stripfestival), en aan het begin van de zomer op het comedyfestival van onze Zwitserse vrienden in Morges-sous-rire. De kunstenaar zal zijn show nog één keer opvoeren, eind oktober 2011, voor een uitzonderlijke avond, waarvan de opbrengst volledig wordt geschonken aan de vereniging ADEMAR die Philippe al vele jaren sponsort.

En tenslotte, de laatste belangrijke gebeurtenis aan het einde van dit drukke jaar is de release van het 16e deel van Le Chat, Le Chat, Acte XVI, die de collectie Le Chat-albums zal verrijken.

Begin 2011 – Het vervolg op de avonturen van Scott Leblanc, Menace sur Apollo, getekend door Devig en gescript door Geluck, komt uit.

De productie van de animatieserie van de kat, La Minute du Chat (zie www.laminuteduchat.com), ligt op schema en er wordt hard gewerkt om het eerste seizoen af te ronden. De eerste vijftig afleveringen van 48 seconden zijn aan het begin van de zomer geleverd aan de RTBF en France 2, die de eerste aflevering van de serie respectievelijk op 29 augustus en 5 september 2011 hebben uitgezonden, vijf minuten voor hun dagelijkse nieuwsprogramma, namelijk om 19.25 uur voor de Belgische Franstalige publieke zender en om 19.55 uur voor de Franse zender. Sindsdien verschijnt La Minute du Chat elke dag van de week op deze twee zenders. De RTBF zendt op zijn eerste kanaal (La Une) ook elke zaterdag om 18.30 uur La Semaine du Chat uit (een montage van 6 minuten van alle afleveringen van La Minute du Chat die de week ervoor zijn uitgezonden, plus sketches gefilmd met acteurs waaronder Philippe Geluck zelf, alsmede exclusieve geanimeerde interventies).

In dezelfde geest als Geluck se lâche – Textes et dessins impolis dat in 2009 verscheen (zie hierboven), brengt Philippe Geluck in oktober 2011 Geluck enfonce le clou – Textes et dessins inadmissibles uit, een vervolg op het eerste opus, nog steeds in de vorm van een verzameling teksten met een zeventigtal tekeningen in kleur gezet door Serge Dehaes.

Begin 2012 wordt Doctor G. opnieuw uitgegeven: Doctor G. beantwoordt uw vragen, Doctor G. maakt de balans op en Dear Doctor G. worden opnieuw uitgegeven met nieuwe covers in een formaat vergelijkbaar met dat van Geluck se lâche en Geluck enfonce le clou.

Eind oktober 2012 verscheen het 17e deel van Le Chat, Le Chat Erectus, in de boekhandel. Tegelijkertijd verscheen de dubbele DVD van de animatieserie: La Semaine du Chat. Deze dubbele DVD bevat alle afleveringen van La Minute du Chat, die werd uitgezonden op France 2 en La Une (RTBF), maar ze zijn gemonteerd tot 1’30” (een korter formaat dan de 48 seconden die elke capsule op televisie had); Het bevat ook alle “Semaines du Chat” (compilatie van “La Minutes du Chat” met live sketches en extra animaties) die voorheen niet beschikbaar waren in Frankrijk omdat ze oorspronkelijk alleen in België werden uitgezonden, evenals talrijke bonussen waaronder de making-of van de serie waarin gedurende vijftig minuten de achtergronden van het project worden onthuld. Daarnaast wordt een verzamelbox, ook wel de ‘Extra Edition’ genoemd, uitgebracht met daarin het 17e deel van The Cat, The Cat Erectus, een bonusdeel van 24 pagina’s, The Cat Sapiens, en de beroemde dubbele DVD.

2012 wordt gekenmerkt door een drievoudige tentoonstelling in Brussel in het voorjaar. Philippe Geluck stelde schilderijen, tekeningen en sculpturen tentoon in de Galerie Petits Papiers en in de Galerie Lancz op de Zavel, en bij Schleiper is zijn werk te vinden in de vorm van zeefdrukken en posters.

In oktober bracht Casterman het 17e deel van Le Chat Erectus uit, dat ook te vinden is in een box met een 17e toegift van Le Chat Sapiens en een dubbele DVD met het hele eerste seizoen van La Minute du Chat.

In maart 2013 kondigde Philippe Geluck aan dat hij zou stoppen met tekenen voor de pers na 30 jaar (van 1983 tot 2013) trouwe dienst waarin hij wekelijks publiceerde in tal van Belgische (Vlaamse en Franstalige), Franse, Zwitserse en Nederlandse media… In mei stelde Geluck Le Chat tentoon in de Galerie Lierhmann in Luik en bereidde hij de uitgave voor van twee boeken: Peut-on rire de tout? verschijnt in september bij Lattès, in oktober gevolgd door La Bible selon Le Chat, het eerste lange verhaal van Le Chat in 196 pagina’s waarin Philippe Geluck het Oude Testament opnieuw behandelt.

In 2014 hebben Philippe Geluck en zijn team verschillende tentoonstellingen samengesteld rond het thema kunst in verschillende steden waar schilderijen, tekeningen en sculpturen van Le Chat werden tentoongesteld: tijdens de Brafa in Brussel, in Art Paris en Drawing Now in Parijs, 1 tentoonstelling in galerijen in Antwerpen en Spa in België, alsook in Lausanne in Zwitserland.

In dat jaar ontstonden ook verschillende buitenlandse edities. The Bible according to The Cat, Le Cat en Le Cat strikes back in het Engels van Editions Rue Elise, De negen levens van De Kat en De Bijbel volgens De Kat in het Nederlands van Editions Ballon Media en Harahir (Entrechats) in het Arabisch van Editions Dar Arcane.

In 2015 verscheen het 20e album van Le Chat. Le Chat fait des petits wordt uitgebracht in de vorm van een box met 3 minidelen. Het 2e en 3e deel van De Kat in het Nederlands werden ook uitgegeven door Ballon Media, De Kat open en bloot en Op en top De Kat. Er worden ook tentoonstellingen gehouden in de Brafa in Brussel en in Art Paris in Parijs.

In 2016 werd een grote tentoonstelling, L’Art et Le Chat, ingehuldigd in het Musée en Herbe in Parijs en was meteen een groot succes. Philippe Geluck confronteert originele werken van grote schilders door de eeuwen heen (Picasso, Basquiat, Vasarely, Lichtenstein, Alechinsky,…) met schilderijen, tekeningen en andere sculpturen van de Kat die deze zelfde auteurs afleiden. Tegelijk met de opening van deze tentoonstelling verscheen bij Casterman een catalogus in de vorm van een album, L’Art et Le Chat, waarvan een verrijkte editie is gepland voor het einde van het jaar.

In 2016 verscheen bij Ballon Media ook het 4e deel van Le Chat, De Kat gevat en Van de Kat op de tak.

In 2017 vonden verschillende tentoonstellingen plaats in BRAFA in Brussel, Naxhelet in Luik en Art Elysée in Parijs. Aan het eind van het jaar verscheen het 21e deel van Le Chat, Chacun son Chat.

2018, geen nieuw boekwerk van Le Chat gepland aan het eind van het jaar maar wel een 6e best of, Le Chat pète le feu alsmede een 3e tekstboek, Geluck pète les plombs, in dezelfde trant als Geluck se lâche en Geluck enfonce le clou.

2019, voorbereiding van een openluchttentoonstelling van monumentale beelden van de Kat in brons, Le Chat déambule, die in april 2020 op de Champs Elysées zijn tournee van stad naar stad zou beginnen. Vanwege de wereldwijde gezondheidscrisis als gevolg van de Covid-19-pandemie is dit evenement uitgesteld tot april 2021.

30 oktober 2019, release van het 22e deel van Le Chat, La rumba du Chat. En voor de eerste keer in de wereld (!), parallel aan de release van dit album, heeft Philippe Geluck, in samenwerking met de Luikse drukkerij SNEL, de mogelijkheid ontwikkeld voor iedereen om een gepersonaliseerd exemplaar van La rumba du Chat te bestellen. Verschillende tekeningen van de kat op verschillende plaatsen in het album kunnen worden gepersonaliseerd.

In 2020 verschijnt het 23e deel van The Cat, The Cat is Among Us.

In 2021 begint de wereldtournee van de openluchttentoonstelling van bronzen kattenbeelden, Le Chat déambule. De tentoonstelling van 20 monumentale sculpturen (elk meer dan 2 meter hoog) zal aanvankelijk van maart tot juni te zien zijn op de Champs-Elysées in Parijs en vervolgens doorreizen naar Bordeaux, op de kades van de Linkeroever langs de Garonne. Tegelijkertijd met deze aanwezigheid in de Gironde zijn gedurende de zomer ook afdrukken van enkele beelden te zien in de stad Saint-Tropez. De tournee zal worden voortgezet in Caen en in een tiental andere Europese steden om te eindigen in Brussel, ter gelegenheid van de opening van het toekomstige Musée du Chat.

Als onderdeel van dit project wordt de tentoonstellingscatalogus uitgegeven door Casterman. Er is ook een niet-gepubliceerde gepersonaliseerde versie (SNEL Printing) beschikbaar.

Van 2010 tot 2018 tekende Philippe Geluck dagelijks (zonder uitzondering!!) een ongepubliceerde tekening voor de app ‘Le Chat’ (op iOS, Android en Windows) en deelde hij ook video’s op camera en enkele van zijn stemmingen. Het avontuur eindigde in april 2018, nadat meer dan 2.500 ongepubliceerde tekeningen waren gepubliceerd.

Éditions Casterman publiceerde ook een box getiteld Tout Le Chat, met de eerste 16 albums van Le Chat in 8 kleine dubbele delen, verrijkt met niet eerder gepubliceerd materiaal. De albums van Le Chat zijn in verschillende talen vertaald: in het Nederlands (er bestaan niet minder dan 10 delen in de taal van Vondel), in het Engels (Le Cat, Le Cat strikes back, Revenge of Le Cat en The Bible according to the Cat), in het Brussels dialect, in het Ch’ti en in het Bretons. Le Cat is ook te vinden in de Belgische, Franse, Zwitserse, Nederlandse, Spaanse, Duitse, Italiaanse, Portugese, Amerikaanse en Iraanse pers.